Zak Brown kwam eind 2016 bij McLaren toen het team worstelde met de samenwerking met Honda. De hereniging met de Japanse fabrikant had niet de verwachte resultaten opgeleverd en McLaren bevond zich achteraan de grid.

Na drie seizoenen stapte McLaren over op Renault-motoren, maar de problemen bleven. Brown, die begon als uitvoerend directeur voordat hij in 2018 CEO werd, speelde echter een belangrijke rol in het leiden van McLaren door deze moeilijke jaren, inclusief de financiële uitdagingen van de Covid pandemie in 2020.

Terugkijkend op zijn eerste dagen bij McLaren gaf Brown toe dat de situatie slechter was dan hij had verwacht.

“Ik kwam erbij wetende dat de zaken er niet goed voorstonden,”zei hij in de podcast James Allen over F1.

“Je kon de merken op de auto zien, je kon de resultaten zien. Maar toen ik eenmaal aankwam, realiseerde ik me dat het echt slecht was.

“Ik pakte eerst de commerciële kant aan omdat ik me daar het meest op mijn gemak voelde en we hadden veel middelen nodig.”

Naast de financiële problemen had McLaren ook te kampen met interne problemen. Brown onthulde dat het team een “giftige” werkomgeving had, met te veel politiek achter de schermen en hoewel de Honda-krachtbron een groot probleem was, was dit niet de enige reden voor de slechte prestaties van het team.

“Op dat moment waren we er allemaal van overtuigd dat de [Honda] power unit het probleem was, en hoewel dat zeker een grote bijdrage leverde, was dat niet het enige probleem,”legde hij uit.

“Dat werd heel duidelijk toen we overstapten [naar Renault] en de resultaten een beetje beter werden, maar we wisten dat we fundamentele problemen hadden.”

“Het duurde even om het om te draaien,” gaf Brown toe.

Nu is McLaren terug bij de koplopers in de Formule 1’s, met als doel voort te bouwen op het succes in 2024. “Het was een hele opgave om aan te pakken, maar uiteindelijk hebben we het gered,” concludeerde hij.